Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [64]Is dan deze man Chonia een veracht, verstrooid, [65]afgodisch beeld? Of is hij een [66]vat, waaraan men geen lust heeft? Waarom zijn hij en [67]zijn zaad uitgeworpen, ja, weggeworpen in een land, dat zij niet kennen? 64. Dit wordt vragenderwijze, als in des volks naam, voorgesteld, waarop Gods antwoord volgt. Het blijkt dat men veel van hem gehouden heeft vanwege zijne bevalligheid. 65. Of, beeld, dat veracht is en in stukken behoort geslagen te worden, alzo dat de stukken verstrooid worden. Van het Hebreeuwse woord, betekenende een afgod of afgodisch beeld, zie 1 Sam.31:9; 2 Sam.5:21. 66. Of, waar niets behagelijks in is; vergelijk onder hfdst.48 vs.38; Hos.8:8. 67. Dat is, kinderen, die hij zou mogen krijgen, of gehad heeft, [gelijk enigen besluiten uit Mark.1:12], hoewel zij hem in het koninkrijk niet zijn opgevolgd, gelijk onder vs.30 te zien is.